Het maakt niet uit welk ontwerp aan de basis ligt van een tuin. Of dat nu sober en strak is of aan de andere kant het geitenwollensokkenprincipe. Of zoals in veel gevallen ergens daar tussen in. De beleving van die tuin wordt in niet onbelangrijke mate bepaald door de planten. Iets anders is de kwaliteit van de tuin. Die wordt voor 50% bepaald tijdens de aanleg maar valt of staat bij de andere 50%; het onderhoud.
“Bezint eer ge begint”. Je wilt een leuke tuin, een beetje klassiek maar misschien toch ook strak. Of modern maar evenzogoed gezellig. Als ontwerper zijn dit bekende termen maar vaak met als bijvoegsel “onderhoudsarm”. Zelfs “onderhoudsvrij” is veel gehoord want we werken allemaal, doen boodschappen, laten de hond uit, brengen de kinderen naar het voetbal en gaan daarna misschien in een gunstig geval zelf even squashen.
En om nou op zondag het o zo noodzakelijke tuinonderhoud te doen? Even tussendoor na het avondeten het gras maaien, daar blijft het vaak bij.
Maar je beleving van je mooie huis en je welbevinden daarin worden minder als je je niet happy voelt in je tuin omdat het onderhoud niet is wat het zou moeten zijn. Trouwens, een slordige en achterstallig onderhouden tuin doet afbreuk aan de uitstraling van de woning. Want daarin en –aan is wél alles oke.
Natuurlijk kun je kiezen voor een technisch eenvoudig te onderhouden tuin, maar de kans is groot dat die dan onder te brengen is in de categorie “groen beton”. Gras met rechte kanten, buxusblokken die je 2 keer per jaar knipt, taxushagen met eenzelfde regime, grote homogene vlakken van wintergroene bodembedekkers en hooguit ergens een pluk lavendel en een rand annabelle’s. Maar wil je dat eigenlijk wel? Wens je niet liever iets anders, en vraagt je woning daar wel om?
Nogmaals, vooraf na (laten) denken geeft meerwaarde. Over wat voor soort tuin, maar ook over het te voeren beheer waar dat ontwerp samen met het beplantingsplan om vraagt. En niet alleen het eerste jaar na aanleg.
Steeds vaker geven plannenmakers en hoveniersbedrijven ook concrete beheers- (en snoei) adviezen, al is het maar als extra kolom op het beplantingsschema, waarin staat wanneer je die plant of plantengroep moet snoeien of knippen en hoe.
Stel; je wilt een tuin die niet over de hele linie geknipt, geschoren en gemaaid is. –Wel dienen elementen als hagen, blokken, gras en andere platte groene vlakken als geraamte en/of rustpunt en voorzien in structuur en bieden houvast als vaste constanten.- In zo’n tuin bestaat onderhoud niet enkel uit maaien, kanten knippen, onkruid wieden en snoeien. Planten, groot of klein, zijn levende wezens en gedragen zich soms ongecontroleerd of beweeglijk (dynamisch). Soms voelen ze zich door een of andere oorzaak niet helemaal happy of zijn soms een beetje hyper. Het kan ook zijn dat ze zich heel normaal gedragen maar dat we niet met dat gedrag rekening gehouden hebben.
Degene die belast is met het onderhoud moet dan ook minstens de planten in zijn of haar tuin kennen en liefst kennis hebben van bijbehorend gedrag en standplaatseisen zoals groeivorm, groeisnelheid, grootte (hoogte en breedte), levensverwachting, groeicyclus, groeiplaatsfactoren en concurrentiekracht. Dit alles klinkt ingewikkeld maar als je vingerhoedskruid wenst omdat je tuin in een bosachtige omgeving ligt, dan moet je notie hebben van het feit dat dat een 2-jarige plant is (groeicyclus) en zich dynamisch gedraagt omdat die in het tweede jaar na de bloei afsterft maar zich dan al wel elders heeft uitgezaaid. Heel moeilijk is het dan om toch koste wat het kost die plant op die plaats te willen handhaven. Of je spoorbloemen (Centranthus) vallen om omdat ze in een voor hun te rijke grond staan die ook nog eens te nat is, om welke reden dan ook, terwijl ze juist van arm en droog houden. Of je hortensia’s tegen wil en dank klein willen houden omdat je eigenlijk niet wist hoe hoog en breed ze worden en ook geen rekening hield met de plantafstand. Geen 4 exemplaren op 1m² maar juist maar 1.
Hoe dan ook en hoe goed ook gepland, onderhoud is dus ook een realistische kijkwijze er op na houden en anticiperen. Ingrijpen en niet maar blijven knippen aan je hortensia’s omdat ze niet meer passen, trouwens, hoe meer je knipt hoe minder bloemen en juist meer groei. Kies dan bijvoorbeeld voor pluimhortensia’s, die bloeien hetzelfde jaar nog waarin je ze gesnoeid hebt.
Onderhoud is ook durven. Bij jezelf te rade gaan of de klant erbij halen als hovenier en inzien dat het beter is om de middelste boom weg te halen ten goede van de buurbomen. Dit geldt ook voor de planten op de lagere niveaus. Te fors uitdijende soorten in een vaste plantenborder indammen of slecht groeiende planten vervangen door betere.
Kijken én doen; de automatische beregening uit en misschien alleen aanzetten in een periode zoals juli vorig jaar. En misschien moet er wel geen korrelmest over je planten maar juist kalk omdat de groei stagneert vanwege een onjuiste zuurgraad.
Een gedegen plantenkennis is al helemaal onontbeerlijk als je belast bent met het onderhoud van een tuin die naar de jongste technieken en zienswijze (naar Duits voorbeeld) is ingeplant. Dus niet waar alle planten (groepen) op vooraf bepaalde plaatsen vastgelegd zijn, maar waar een weloverwogen keuze van een aantal soorten min of meer willekeurig gemengd zijn in een dusdanig afgestemde samenstelling waar toch ordening en regelmaat te herkennen is door harmonische kleur-, structuur- en textuurkombinaties alsmede door hoogtecontrasten. Dit naar voorbeeld van de natuur en als insteek “de juiste plant op de juiste plaats”.
Weliswaar zijn zulke beplantingen met een minder complex plan te realiseren en je hoeft niet noodzakelijk een plantenkenner te zijn maar wel als je zo’n begroeiing onderhoudt. Gewoon de voorgeschreven soorten in een vastgestelde hoeveelheid per oppervlakte planten in een speciaal geprepareerde grond met enkele voorwaarden (vrij van wortelonkruiden, waterdoorlatend en niet te rijk). Maar wel in het vroege voorjaar de frisse uitlopers al kunnen onderscheiden van het onkruid want immers je sedums, anaphalis en siergrasen staan nu ineens door elkaar i.p.v. gegroepeerd naast elkaar.
Dus weten wat je doet, waarom en wanneer, is belangrijk, maar nog niet cruciaal. En beter iets doen dan niets, een ervan is een vakkundig hoveniersbedrijf inschakelen als je het echt niet meer weet.